Al van in de eerste ronde was het Joris Nieuwenhuis die alle registers opentrok. Quinten Hermans zat op dat moment rond een achtste plaats maar bleef er bijzonder rustig bij. “Je kan je hier enorm snel opblazen dus besloot ik rustigaan te beginnen. In de derde ronde probeerden Eli Iserbyt en ik naar Nieuwenhuis te rijden en door een foutje van Eli kwam ik alleen in de achtervolging te zitten. De benen voelden goed aan dus besloot ik zo snel mogelijk naar de kop te rijden.”
“In de loopstroken kwam ik heel sterk voor de dag en daar heb ik dan ook de kloof met Nieuwenhuis gedicht. Na een halve ronde op adem te komen, nam ik net voor de kuil de koppositie over. Ik wist er meteen een gaatje te slaan en vanaf dan drukte ik het gaspedaal volledig in. Vijf seconden werden er vijftien en uiteindelijk kwam ik solo over de meet met 46 seconden voorsprong. Deze overwinning doet echt wel deugd na mijn mindere wedstrijd in Ronse. Nu toewerken naar het EK in Pontchâteau binnen twee weken. Daar ligt het eerste doel van mijn seizoen.”
Nicolas Cleppe eindigde op zesde plaats en dat was volgens hem het hoogst haalbare. “Ik had een goede dag maar ook niet meer dan dat. Ik maakte twee foutjes in een zandpassage en dat kostte me veel krachten. Met nog twee ronden te rijden plaatste ik een aanval om een gooi te doen naar een vierde stek, maar opnieuw maakte ik een foutje. Vanaf dat moment was het ritme wat weg en reed ik puur op karakter verder.”
Kobe Goossens werd 13de en was helemaal niet tevreden met zijn wedstrijd. “Na een mindere start was ik weer op achtervolgen aangewezen. Ik wist op te schuiven naar een twaalfde plaats, maar daar bleef ik hangen. Mentaal zat ik er de laatste twee ronden helemaal door en liet ik m’n kop een beetje hangen.”